In de ontwikkelingsgeschiedenis van Emmen moge de datum van 1 november 1937 als belangrijk geboekstaafd blijven omdat die dag nieuwe
perspectieven opende over welker verwezenlijking men hierna niet rouwig behoeft te zijn.
Zo schreef de Emmer Courant in november 1937, toen de Gemeente Emmen een industrieterrein aan de Weerdingerstraat had verkocht aan de N.V. Bendien.
Zowel de pers als het gemeentebestuur was voldaan, dat een groot bedrijf als dat van Bendien ook een fabriek ging stichten in de Gemeente Emmen.
In de tijd, dat men het bovenstaande schreef, heerste alom grote werkloosheid en in vele arbeidersgezinnen in Emmen hoopte men, dat het nieuwe
bedrijf enige vermeerdering van inkomen zou brengen en vast werk voor opgroeiende meisjes.
Ook de middenstand, die er belang bij heeft dat er geld in de werkende stand, was met het plan zeer ingenomen en bracht hulde aan het
gemeentebestuur voor zijn bemoeiingen,
Met spoed werd daarna begonnen met de bouw van de fabriek en het was 21 juni 1938, dat de officiële opening kon plaats
vinden; een belangrijke dag voor Bendien en voor de Gemeente Emmen. Bij de opening waren behalve de directie aanwezig tal van personeelsleden, de bouwers
van de fabriek, vele genodigden waaronder de burgemeester, de heer Bouma en echtgenote, wethouders, raadsleden en hoofdambtenaren van de gemeente Emmen en
vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel en van Ged. Staten.
Bij de opening memoreerde de heer Tj. Bendien, dat ongeveer een halve eeuw geleden dat zijn grootvader het bedrijf in Almelo stichtte en dat
daar, gelijk in de nu te openen fabriek, werd begonnen met 20 à 25 meisjes, terwijl in 1937 er plusminus 1500 werkten.
In de loop der jaren werd het steeds moeilijker het fabriekscomplex in Almelo te vergroten en om de nodige werkkrachten te krijgen.
De directie besloot daarom elders nog een bedrijf te stichten en liet na rijp beraad de keuze op Emmen vallen. Gehoopt werd, dat het bedrijf
in de toekomst zich ook hier flink zal kunnen ontwikkelen en werk zal kunnen geven aan velen.
De burgemeester bracht hulde aan de directie voor haar besluit om zich in Emmen te vestigen en zei, dat het gemeentebestuur van Emmen
een gevoel van veiligheid gaf, dat Bendien niet een bedrijf was waar men alleen op winst bejag uit is, doch waar men ook erkent de sociale waarde, die
een zaak dient te bezitten.
Spreker zeide, dat niet het geld de grootste betekenis vormde, doch het streven en dit streven had spreker in Almelo leren kennen.
Spreker gaf de verzekering, dat het gemeentebestuur dit nieuwe element in het economische leven der gemeente zou bevorderen en de directie mede
zou inspireren om wat goeds tot stand te brengen. Nadat ook nog door enkele anderen het woord was gevoerd stelde Mr.Bouma met een druk op de knop de fabriek in
werking en werd het eerste product vervaardigd, zijnde een jongensbroekje, dat door de directie aan mevr. Bouma werd aangeboden.
Het gebouw was aanvankelijk niet zo groot en voorlopig waren in de naaizaal een 50-tal naaimachines geplaatst: het atelier was eenvoudig,
doch met een uitstekende ventilatie en veel licht
Nog voor het uitbreken van de oorlog werkten er 400 meisjes. Van uitbreiding gedurende de oorlog kon natuurlijk geen sprake zijn, doch na
1945 werd het bedrijf reeds driemaal uitgebreid en er werken thans plusminus 650 personen.
Door deze uitbreidingen, waarbij de modernste methodes werden toegepast zijn Bendien’s Confectieateliers een voorbeeld in Emmen van
een modern bedrijf: een grote naaizaal, ruime kleedkamer, toiletten, wasgelegenheid. Smaakvolle kantine, personeelsgebouwtje, tuin met banken en
fontein, bijzondere rijwielstalling en binnenkort zal thans in aanbouw zijn de badhuis voorlopig het sluitstuk vormen wat betreft de
verzorgingsmogelijkheden voor het personeel.
In 1940 werd de heer Freeze bedrijfsleider en hij heeft het bedrijf onder zijn handen zien groeien en van hen die van 1938 af de groei hebben
meegemaakt, kunnen wij nog noemen de mecanicien G. Kuiper en de dames J. Bolink, G. v.d. Veen, J. Boxem, T. Snippe, J. de Vries, M. Dol, G. Schepers en J. Letteboer.
Zij allen hebben steeds mede hun volle energie gebruikt om het bedrijf te doen worden tot wat het nu is en allen die in Emmen werken hebben
daar in meerdere of mindere mate een aandeel in gehad.
Mede door het feit, dat in 1950 het 60-jarig bestaan van Bendien reeds op feestelijke wijze werd herdacht, wordt er van afgezien om voor
Emmen thans het 12½-jarig bestaan een feestelijk aspect te geven. Toch meenden wij dit feit niet zonder meer mogen laten voorbijgaan, doch er in het
personeelsblad melding van te moeten maken.
We spreken de hoop uit, dat in Emmen nog veel goeds zal worden verricht door allen en voor allen die er werkzaam zijn en wij met toenemende
trots dit bedrijf mogen aanschouwen.
Bron:
"Het Oog van de Naald" 5e jaargang 5, november 1950.
Kroniek van de Historische Vereniging Zuidoost Drenthe 13e jaargang 3, december 2004.
|