Op 5 januari 1948 begon men met de bouw van de zogeheten Bruynzeel woningen aan de Harm Boomstraat en de Van der Scheerstraat.
De woningen bestonden uit houten skeletten die compleet werden aangeleverd en ter plaatse in elkaar werden gezet. Het hout was zwart geteerd.
Wanneer één van de huisjes klaar was, werd er een half steens muur tegenaan gemetseld die uiteindelijk een kenmerkende witte kleur kreeg.
Foto: Archief Gemeente Emmen.
Het verhaal gaat dat, in verscheidene woningen aan de Boomstraat in Emmermeer, de stenen uit Arnhem, Nijmegen of Rotterdam kwamen.
Ze waren afkomstig van in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerde panden uit die steden. Veel van dit puin en stenen werd elders in Nederland gebruikt om huizen te bouwen, zo ook in Emmen.
Verhuurder van de woningen werd de E.C.W. In de beginjaren zorgden de binnenwanden van de woningen soms voor problemen.
Ze waren namelijk gemaakt van een raamwerk dat met dunne platen hardboard bekleed was. Een te zwaar voorwerp, zoals een grote klok of een zwaar schilderij,
viel nog wel eens van de wand omdat de schroef of spijker waaraan het opgehangen was, losraakte.
Juist in dit deel van Emmermeer was het mogelijk dat tijdens het spitten in de tuin scherven uit de vorige eeuwen werden gevonden.
Hier lag namelijk het laagste punt van het Emmermeer dat in 1858 droog kwam te liggen.
De boeren uit Emmen wilden de grond gebruiken, maar eerst moest het droger worden. Er werden karrenvrachten vol zand naar dit lage gebied gebracht.
In het zand zaten scherven uit de afvalgaten die de mensen vroeger bij huis hadden. In een afvalgat kwamen soms scherven terecht van kapot gevallen aardewerk.
Toen het gebied droog lag ontstonden er weilanden, de zogenaamde kampen.
Amateur archeoloog Gerrie van der Veen heeft bij het graven in zijn tuin (hij woonde destijds in deze buurt) tientallen scherven uit de 18e en 19e eeuw gevonden.
Meer info:
Marscha van Noesel "Het is stil geworden in de Bruynzeelwijk", Kroniek september 2023.
|