Officiële straatnaam: |
Herenstreek |
Ontleend aan: |
zie tekst onder |
Ligging: |
Nieuw-Dordrecht |
Vastgesteld B&W op: |
onbekend |
Naam ingetrokken: |
nee |
Bron: |
Archief Gemeente Emmen |
In 1853 verkochten de markegenoten van Noord- en Zuidbarge het Oosterveen [Het Kleine Blok] en het Smeulveen [Het Grote Blok] aan de Drentsche Veen en Midden Kanaalmaatschappij te Dordrecht.
Als voorwaarde daarvoor gold dat vanaf Smilde een kanaal (noot: het Oranjekanaal) gegraven mocht worden tot in de venen.
Een zijtak van het Oranjekanaal zou de verbinding moeten vormen tussen het Oosterveen en het Smeulveen.
De zijtak zou aangelegd moeten worden op een 400 meter brede uitloper van de Hondsrug. De Hondsrug lag echter zoveel hoger dan de venen dat het veen via deze weg nooit afgewaterd had kunnen worden.
Liefst drie sluizen zouden over een afstand van 5 km noodzakelijk zijn geweest om het hoogteverschil van 20 meter te overwinnen. Ook moest men door een metersdikke keileemlaag heen.
Dit alles bleek te kostbaar waardoor die zijtak naar het Smeulveen er nooit is gekomen.
De zandrug was economisch totaal onbelangrijk voor de markegenoten van Barge. Bij acte van 27 augustus 1856, gepasseerd bij notaris Oosting, werd de zandrug in stukken verdeeld.
Het waren veelal knechten van de Barger boeren die hier gingen wonen en er aardappelen, rogge en zwarte haver verbouwden, maar ook werden enkele weidegronden in gebruik genomen.
Op de 400 meter brede strook werden door de Kanaalmaatschappij huizen voor de arbeiders en boeren gebouwd. Reeds begin 1855 stonden er zes huizen en een jaar later kwamen er nog eens vijf huizen bij.
Omdat de aanvoer van steen duur was werden de daarop volgende huizen gebouwd met stenen uit eigen steenbakkerij, die aan de Herenstreek kwam te staan. Van 1856 tot 1862 was deze steenbakkerij actief.
Het leem waarvan de stenen werden gebakken kwam ook van de Herenstreek. Het hout kwam van de houtveilingen van Weerdinge, Emmen, Westenesch en Noord- en Zuidbarge.
Een deel van de bewoners verbouwde boekweit dat van groot belang was voor de bewoners van de streek. Zo ontwikkelde zich langs de verbindingsstrook tussen beide blokken een nederzetting
die Nieuw-Dordrecht maar ook wel Herendord werd genoemd.
De Herenstreek vormde een deel van een eeuwenoude onverharde weg door het veen. Al in 1930 had de toenmalige wethouder J.Gorter plannen voor verharding, maar het zou nog
tot 1969 duren voordat er een klinkerverharding was aangelegd. In 1950 werd er over een lengte van 600 meter bestraat maar verder kwam men niet vanwege gebrek aan geld. Een poging in 1954 om de weg te verharden
in het kader van de bestrijding der werkloosheid strandde, omdat de laagste inschrijver met hoger bedrag inschreef dan die in de begroting was opgenomen. Op 26 januari 1968 werd het werk echt aanbesteed en gegund, dankzij werkloosheidsubsidies.
Bron:
"Waar eens de boekweit bloeide". Schetsen uit de geschiedenis van Nieuw-Dordrecht door J.J.Brands en de stichting "Nieuw Dordrecht Historisch en Cultureel", met medewerking van
W.A.Casparie en B.ten Velde. Uitgave Regio-Projekt te Groningen, 1994.
|