Officiële naam: |
Schimmeres |
Ontleend aan: |
oude eslanden |
ligging: |
ten oosten van Emmen |
Vastgesteld B&W op: |
nvt |
Naam ingetrokken: |
nvt |
Bron: |
Archief Gemeente Emmen. |
De Schimmeres is tegenwoordig het gebied dat globaal begrenst wordt door:
- westen: het Oranjekanaal
- zuiden: Westenesscherstraat
- noorden: Sluisvierweg
- oosten: Noordeind en Odoornerweg
In de 17de eeuw was de Schimmeres duidelijk kleiner. Ten westen van de huidige
Schietbaanweg waren nog geen akkers en het Oranjekanaal is pas in 1858 voltooid. De wegen aan de zuid- en
oostkant waren wel al aanwezig. Ter hoogte van de Sluisvierweg lag toen een zandweg en een groot
deel van de kop van de huidige Schimmeres was heide, zand en bos. Hunebed D42 in het
Schietbaanbosje, lag toen nog net op de es, maar zonder bos rondom. In een deel van de
noordoosthoek van de es lagen in 1642 de akkers tot aan de latere Sluisvierweg.
Door kap en rooien van het voormalige bos "het Schimmerholt" zijn
deze gronden in de loop der jaren bij de es getrokken. In de 17de eeuw waren er nog resten
bos over.
In 1642 hebben landmeters de bouwlanden van het kerspel Emmen opgemeten en daarvan
schetskaarten gemaakt. Heel veel kaarten met soms maar kleine "brokjes" es erop. Op de
kaarten staan ook andere gegevens, zoals eigenaar (of gebruiker), namen van akkertjes en
getallen, veel getallen.
In dit artikel gaat het om de akkernamen. Omdat de akkervakjes op de
kaarten soms klein zijn, staan niet overal de akkernamen of anders gezegd de veldnamen
aangegeven. Een veldnaam is een perceelsnaam van onder andere bouwland, hooiland, weiland,
bos of woeste grond. Veel akkernamen komen verscheidene keren voor. Ze geven de naam
aan van een groep akkers. Groepsnamen zullen de oudste namen zijn. In het algemeen mogen
we aannemen als bij een bepaalde akker op de kaart geen naam staat vermeld en bijvoorbeeld
links en rechts de buurakkers een gelijke naam hebben, dat het naamloze perceel net zo zal hebben geheten.
De landmeterskaarten uit 1642 zijn schetskaarten. De verhoudingen in lengte en breedte
zijn wel eens minder goed. Het komt voor dat niet alles nog leesbaar is, vooral bij
kleine en smalle percelen. Wat opvalt is dat veel percelen op de kadastrale kaarten uit 1832 nog dezelfde
vorm hebben als de 17de eeuwse percelen. Dus in zo'n twee eeuwen is er niet zo veel aan de
perceelsindelingen veranderd. Wel zijn in de loop der tijd kavels opgedeeld of
samengevoegd. Het beeld van de indeling verandert daardoor niet wezenlijk.
Landmetergegevens uit 1642 omgewerkt tot een perceelskaart uit 1642.
De akkernamen zijn per 17de eeuws perceel ingevuld.
Ter oriëntatie is de huidige Schietbaanweg-oost aangegeven met een dunne onderbroken lijn.
Met behulp van de nauwkeurige kaarten uit 1832 is geprobeerd de "chaos" aan brokken en
brokjes schetskaart op de juiste plaats te krijgen. Daarnaast is dankbaar gebruik gemaakt van
Paul Dokters voorwerk. Paul heeft zich zo'n 20 jaar geleden al bezig gehouden met Emmer
veldnamen. Zijn namen en die uit 1642 zijn niet altijd dezelfde. Maar een deel is wel gelijk of is
een schrijfvariant van de 17de eeuwse namen. Waarschijnlijk heeft Paul Dokter onder andere
19de eeuwse bronnen gebruikt.
Omdat de Schimmeres omvangrijk is, wordt nu een deel gedaan. Later volgt meer. In dit artikel
wordt het noordoostelijk deel behandeld, het stuk ten oosten van de midden op de es gelegen
Schietbaanweg-oost dat noordelijker ligt dan het restje Langgrafweg.
Tijdens het veldnamenonderzoek van de Schimmeres bleek dat het
Langgraf hunebed (D43) in 1642 met de naam "Bruyn Stien" werd aangeduid. Deze naam was bij de
hunebeddeskundigen niet bekend. In Drenthe werd een hunebed vroeger een Stienbarg genoemd of
verkort gewoon Stien. "Bruyn Stien" wil dus zeggen: Bruin(e) Hunebed. Ook van andere
hunebedden en verdwenen "stieren" op de Schimmeres zijn akkernaam aanwijzingen te vinden.
Bij de ruilverkaveling van zo'n 40 jaar geleden is een viertal oude wegen en paden opgeheven,
zoals de Hiedt (of Heedt) weck en de Schimmer weck. Dit zullen van oorsprong brede driften
zijn geweest waarover de schapen naar en van de heide in het noorden werden gedreven.
Twee waarschijnlijk brede paden of smallere wegen waren ongeveer
oostwest gericht. Het zuidelijke pad liep bijna parallel aan en ca. 150 meter ten noorden van de Westenesscherstraat.
Het had een lengte van ruim 700 meter. Het andere pad ging vanaf het restje Langgrafweg in
westnoordwestelijke richting de kant op van het hunebed in het huidige Schietbaanbosje (D42).
De ruim een kilometerlange weg hield op bij het "Armelui's Veentje". Dat lag ongeveer 200m
ten zuidoosten van hunebed D42. Een jongere naam van het veentje is "Koopmans Veentie".
In de noordoostelijke hoek van de es komt een aantal keren het woord
"bocht" voor. De landmeter zal bosch hebben bedoeld. Het gaat om verscheidene O(o)ster Bochsackers en het net
buiten het bouwland gelegen Oster Bochs Veltie. Bij een op de es liggend "woest" Ooster
Bos moet het om een bouwlandakker gaan, want bos ligt van zich zelf al "woest".
Deze voorbeelden geven aan dat het woord "acker" of de afkorting "ac" wel eens is weggelaten en dat
men zich bij de spelling wel eens wat vrijheden permitteerde.
De akkernamen Bij ['t] Heck en Voor ['t] Heck. Hier werd de
es opgaande weg met een verplaatsbaar hek afgesloten om te voorkomen dat loslopende beesten via de weg de es op konden
lopen. De es zelf was omgeven door een es wal.
In het noordoosten van de Schimmeres staat in 1642 op een perceel ten zuidwesten van de de
groep Galgenberchakkers het woord "water" genoteerd. Ter plaatse is een (diepe) kom met
vrij steile hellingen. Bij veel regenval zal het water van het omringende gebied zijn
afgestroomd naar de kom. In het verleden zal op de bodem van de kom een slibachtige laag zijn
ontstaan, waardoor op de hooggelegen Schimmeres (bij tijd en wijle) een poel of
meertje zal zijn geweest.
Bron: T. Engelsman, De Kroniek 2011 nummer 4.
|