De allereerste scheppen die de grond ingingen
voor de bouw van de OBI.
Op de achtergrond liggen de koeien nog in het gras.
Foto: E. Doek-Scheven.
Foto: E. Doek-Scheven.
Het gebouw in zijn oorspronkelijke vorm.
Foto: E. Doek-Scheven.
Later werd het hoofdgebouw uitgebreid. Links en rechts werden vleugels aangebouwd.
Foto: E. Doek-Scheven.
De uitbreiding links.
Foto: E. Doek-Scheven.
Een nieuwe lading bloed wordt aangeleverd.
Voordien in melkbussen, later in tanks.
Foto: E. Doek-Scheven.
.... om te worden verwerkt in de fabriek ....
Foto: E. Doek-Scheven.
.... die van binnen bestond uit centrifuges, pompen en pijpleidingen ....
Foto: E. Doek-Scheven.
.... om aan het eind van het proces zakken met plasmapoeder te vullen.
Foto: E. Doek-Scheven.
Meer foto's beschikbaar.
De OBI met beide vleugels.
Links was de kantoorvleugel.
Foto: E. Doek-Scheven.
In het gras voor de fabriek waren de letters NV OBI aangebracht
Foto: E. Doek-Scheven.
|
van |
tot |
bewoner, eigenaar, ondernemer |
adres |
- |
- |
Bloedmeelfabriek van Scheven |
Weerdingerstraat 191 |
Afgebroken augustus 1975. |
Bron: Archief Gemeente Emmen. |
Aan de Weerdingerstraat stond een kleine maar opmerkelijke fabriek met de naam "N.V. OBI Verpoeieringsbedrijf."
O.B.I. betekende O(nderlinge) B(loedmeel) I(ndustrie). De fabriek werd opgericht in 1948 en gebouwd op (ongeveer) de plaats waar
voordien een aantal houten noodwoningen stonden, die waren gebouwd om de ergste mistoestanden van ellendige woonomstandigheden op te lossen.
Bij de OBI werd geproduceerd:
- plasmapoeder en bloedalbumine voor menselijk gebruik
- plasmapoeder en bloedalbumine voor lijm in triplex en board
- maar ook gedroogde bloed voor dierlijk gebruik.
Het bloed werd in de beginjaren met vaten en melkbussen opgehaald bij de slachterijen in Nederland maar ook uit België en Duitsland.
Directeur was de heer B. Scheven (†1973) die aan de Burgemeester Tijmesstraat woonde. Er vonden maximaal 24 mensen werk. De fabriek
heeft tot februari 1975 bestaan. Omdat zijn enige dochter geen animo had de fabriek over te nemen, kwam er een einde aan een opmerkelijk fabriekje.
Bron:
Mevrouw E. Doek-Scheven.
Emmer Courant 19 januari 1973.
Auto in brand
In 1956 zag een personeelslid van de OBI dat de personenauto van de heer H. Scheven (noot: H?)
uit Emmer-Compascuum in de brand stond. De auto, die bij de fabriek geparkeerd stond, brandde geheel uit.
Bron: Emmer Courant 16 april 1956.
Voetbalveld voor de jeugd
In 1961 stelde de directie van de fabriek een terrein van 80x60 meter beschikbaar om een voetbalveldje voor de jeugd aan te leggen.
Er moest nog wel iets aan de afrastering gebeuren in verband met een nabij gelegen gastank. Het is niet bekend of dat voetbalveldje er gekomen is.
Bron: Emmer Courant 6 januari 1961.
Stank!
Stond de wind eens verkeerd dan was er een vrij onverdraagbaar luchtje in de wijk waarneembaar.
Dit luchtje was voornamelijk waarneembaar als het centrifugeerproces iets te lang had geduurd. In 1954 ervaarden duizenden bezoekers van de jaarlijkse VVV-week hoe erg de stank was.
Bron: "Emmermeer" door G. Griemink, Uitgave: Uitgeverij Drenthe Beilen. ISBN 978-90-75115-63-5.
Na de oorlog was er in Emmen het duo "De zingende zwervers" bestaande uit
Appie Brandsma en Roelie Brouwer die vele grammofoonplaten (o.a. bij Johnny Hoes) hebben opgenomen. Het duo zong ook over de O.B.I.:
"Uit welke hoek ook de wind waait, je ruikt het, je ruikt het"
"De wind neemt de geur overal met zich mee"
Als eerste zin zong men gekscherend ook vaak: "Uit welke broek ook de wind waait......"
Bron: Oud Emmenaar H. Bos.
Einde fabriek
Door de stank die de fabriek verspreidde hield het de gemoederen aardig bezig. Het opleggen van voorwaarden of sluiting bleek niet
eenvoudig omdat de fabriek er eerder stond dan de bebouwing in Emmermeer. Directeur Scheven wilde dit graag oplossen en maakte daarvoor reizen over de
hele wereld om meer kennis op te doen. In 1955 werd de fabriekspijp zes meter hoger gemaakt. Het hielp niet.
En jaar na het overlijden van Scheven, sloot de fabriek dan toch door de hoge eisen die het Ministerie van Landbouw voor bloedverwerkende
bedrijven. De OBO was eerder al een dochteronderneming van COVECO uit Arnhem geworden en die zag in dat hoge investeringen niet rendabel zouden zijn.
In 1975 werd de fabriek gesloopt voor woningbouw. Het OBI-terrein was aangekocht door DAF/DOAM directeur L.Tijs. Deze was in een
faillissement verwikkeld waardoor Bouwbedrijf niet direct kon beginnen met de bouw van 34 woningen.
Bron: "Emmermeer" door G. Griemink, Uitgave: Uitgeverij Drenthe Beilen. ISBN 978-90-75115-63-5.
Gastank
De woningen van "Aireydorp" werden in 1950 als eerste in Emmen aangesloten op een propaan gasinstallatie.
Foto: Archief Gemeente Emmen.
Waar de eerste gastank stond is (nog) niet bekend. De tweede gastank kwam in 1951 achter de woning van kolenboer E. Veldhuis
(Wolfsbergenweg 30) te staan, ook bekend als het terrein van de OBI-bloedmeelfabriek aan de Weerdingerstraat. Het belangrijkste argument om de tank daar te
plaatsen was de goede mogelijkheid om het gas per trein te kunnen aanvoeren. Er werden in eerste instantie 160 woningen aangesloten.
Bron: Tijdschrift "Het Gas" van 1 januari 1951.
Vrij snel nadat de gasinstallatie in gebruik was genomen kwamen de eerste problemen. Griemink (2011, p.49 e.v.)
schrijft hierover dat de aangelegde gasleidingen niet geschikt waren voor propaangas. Ook bleek dat de bewoners niet gewend waren aan het koken op gas. Er
vonden regelmatig brandjes en explosies plaats door de ondeugdelijke gasslangen, waardoor de brandweer moest uitrukken. Griemink geeft twee voorbeelden. Op
oudejaarsavond 1950 raakte een bewoner van der Warmeerweg zwaar gewond door een explosie. Op 6 april 1952 vond er wederom een enorme gasexplosie plaats aan de
mr. J.J. Willingestraat waarbij wonder boven wonder geen gewonden vielen.
Bijkomend probleem was dat de bewoners het niet eens waren met het door de gemeente oplegde vastrecht. De heer H. Papenhuijzen,
medeoprichter en voorzitter van de eerste buurtvereniging "Het Airey-Dorp" en de secretaris L. Lasker wendden zich op 7 augustus 1950
namens de buurtvereniging tot de gemeenteraad van Emmen. Kern van de zaak was dat de buurtvereniging het niet eens was met de door de gemeenteraad
vastgestelde gasprijzen "daar het merendeel van de bewoners het systeem vastrecht verwerpt en op grond van de circulaire van 15
november 1949 getekend is voor het gebruik van gas."
"Het bestuur verzoekt u een zodanige regeling te treffen, dat de keuze aan de bewoners wordt gelaten tussen het tarief vermeld in
de circulaire van 15 november 1949 en de prijzen van de j.l. gehouden raadsvergadering."
De reactie van B&W was het advies van de raadsvergadering te handhaven en deze zaak een jaar aan te houden.
Bron: Archief Gemeente Emmen nr.8864.
Het advies zou leiden tot procederen bij De Kroon. Die oordeelde in een beroepszaak van mevrouw G. de Klerck-Ensing dat het besluit van
Gedeputeerde zaken (03-08-1955) onrechtmatig was en dat GS geen vergunning had mogen verlenen aan de gemeente Emmen om vier tanks met propaangas te plaatsen.
Bron: Emmer Courant 29 maart 1957.
De gasinstallatie is tien jaar in bedrijf geweest. Omstreeks 1960 werd de gastank ontmanteld om plaats te maken voor een aardgasstation.
Noot: Hiervan heeft een foto in een Emmer Courant gestaan.
|