Het boekje "Emmen in oude foto's" geeft aan dat de foto links is genomen aan de Weerdingerweg.
Op 20 oktober 1956 vermeldde de Emmer Courant dat de Weerdingerstraat bij oud Emmenaren bekend stond als "De Schaopstreek".
Schapen worden gehoed door een scheper. S.G. Hovenkamp heeft in het Drents Genealogisch Jaarboek van 2000 een hoofdstuk geschreven over
"De Schepers van het Carspel Emmen". Het gehele archief van
Hovenkamp is door zijn kinderen overgedragen aan Historisch Emmen.
Hovenkamp geeft aan dat er in Emmen een scheperij was op het erf
#30. Dit is het kadastrale perceel C985 waarop in 1832 een huis stond met een erfgrootte van 0.02.10 ha. Dit perceel was van 1832 tot 1909 in bezit van
de ‘Boerte Emmen’ (de boermarke van Emmen en Westenesch) en was de woning van de schaapherder.
Hovenkamp heeft aan de hand van verschillende bronnen aangetoond dat het hier om de keuterij ging, waarin de scheper woonde die in
dienst was van de markegenoten van Emmen en Westenesch.
De bewoners van dit erf zijn van 1612 tot 1807 allen schepers, die hier tot het begin van de 20ste eeuw woonden.
De volgende schepers worden o.a. genoemd:
- Cornelis Klasen alias Tonnis Scheper woonde in 1774 op de scheperij #30. (bron: SP72/74)
- Cornelis Klasen woonde in 1784 als scheper op #30. (bron: HSR)
- Cornelis Klasen woonde in 1797 als scheper op #30. (bron: GBM)
- Jan Roelofs woonde in 1798 in het schepershuis (bron: )
- Geert Klasen woonde in 1804 als scheper in het schepershuis (bron: HSR)
- Bouke Folkers woonde in 11807 als scheper in het schepershuis (bron: HSR)
- Derk Roelofs was in 1811 scheper te Emmen.
- Schepers na 1811 zijn niet door Hovenkamp onderzocht.
Omstreeks 1859 vond
er een verbouwing van het schepershuis plaats waardoor het belastbaar inkomen ‘gebouwd’ (BOG, Belasting Onroerend Goed) omhoog ging van f 9,- naar f 15,-.
Gelet op deze bedragen had de scheper een bescheiden onderkomen.
Het sectienummer werd toen C2496.
Bron: leggerartikel 95, boermarke van Emmen en Westenesch), regels 13 en 15.
Volgens het leggerartikel 95, regel 15, was in 1909 het belastbaar inkomen gebouwd f 40,- à f 44,-; er werd er ook een schuur bij de woning vermeld.
In 1903 verliet Jan Steenbergen de scheperij. Enkele jaren later, omstreeks 1906 verkocht de boermarke van Emmen en Westenesch de percelen
C2496 en C4777, in totaal 0.12.30 ha, aan de familie Hadders-Haasken, Willem Horring, landbouwer te Westenesch en Hendrik Koops.
De scheperij werd toen gesloopt. Hadders-Haasken en Hendrik Koops voegden hun percelen, respectievelijk C4956 en C4958 bij hun erven en
liet Willem Horring een arbeiderswoning op perceel C4957 bouwen. Het was een kleine woning, want de BOG bedroeg slechts 34 gulden. Horring verhuurde de woning aan
rietdekker Albertus Wassen en Henderkien Hadders. Wassen heeft hier tot 1967 gewoond. Hij verhuisde toen naar De Holdert.
Bron: De Scheperij door G.J. Dijkstra e.a. in De Koniek van de Historische Vereniging Zuidoost Drenthe
Het scheperserf zou heden ten dage aan de zuidkant van de Weerdingerstraat liggen, tussen het Noordeind en Flintstraat.
Noot: Het huisnummer van de scheperij van Emmen was één van de weinige gevallen die Hovenkamp tegenkwam waarbij de huisnummering
van twee gebruikte bronnen niet hetzelfde waren. Het "kohier van vaste goederen" kende aan de scheperij #30 toe en aan Jan Hilbrands die ernaast
woonde #31. Bij de "gesteldheid der bewoners" was deze nummering omgekeerd. Bron Hovenkamp p.92.
|